HOME
EDITIES
RUBRIEKEN
ARTIKELEN



De eerste honderd dagen van BOOR-bestuurder Bob de Baedts

‘Vanzelfsprekendheid, voorspelbaarheid en innovatiekracht moeten kernbegrippen worden'

30 maart 2021  |  tekst: Sanne van der Most  |  fotografie: Sanne van der Most

Als zoon van het schoolhoofd van de enige openbare school in Werkendam kreeg Bob de Baedts de waarden van openbaar onderwijs met de paplepel ingegoten. Zelf heeft hij maar even voor de klas gestaan. ‘Ik was vooral een ‘wereldverbeteraar’’. Vanuit die drijfveer is hij aan de slag gegaan als bestuurder met de portefeuille bedrijfsvoering bij BOOR. Tijd voor een eerste indruk.

 

Bob heeft veel herinneringen als zoon van het schoolhoofd. Bijvoorbeeld dat als de telefoon in de klas ging (dat had je toen nog bij het schoolhoofd), hij mocht opnemen ‘met een leerling van Burgemeester Sigmondschool’. En als er kopietjes nodig waren, mocht hij naar het gemeentehuis lopen. Want een eigen kopieerapparaat dat had de Burgemeester Sigmondschool in de jaren zeventig nog niet, en een andere leerling laten lopen was niet verantwoord. Hoewel Bob in de vijfde klas nog bij zijn vader in de klas heeft gezeten, heeft hij geen herinneringen van voortrekken of juist extra streng worden behandeld, zoals je soms wel hoort. ‘Dan heeft hij het vast gewoon goed gedaan’, zegt Bob nu.

 

De kracht van openbaar onderwijs

Wat ook is blijven hangen, is de kracht van het openbaar onderwijs. ‘Ik geloof er heilig in dat ieder kind in de samenleving dezelfde kans op goed onderwijs moet krijgen. Het mooie van openbaar onderwijs vind ik dat iedereen gelijkwaardig is en dat wij overal het gesprek over kunnen en willen voeren. Vanuit die openbare identiteit is alles bespreekbaar en voeren we een dialoog, ook over de lastigere onderwerpen. Juist vanuit die dialoog krijgen we meer begrip voor elkaar.’

 

Meanderend mijn hart volgen

Vanuit een humanistische insteek de samenleving een stukje mooier maken. Dat is eigenlijk altijd Bobs drijfveer in zijn werkende leven geweest. ‘Ik ben niet voor niks op enig moment, na op de HEAO gesjeesd te zijn, de lerarenopleiding maatschappijleer gaan doen. Voor de klas staan was niet direct mijn streven maar ik was wel enorm geïnteresseerd in de samenleving. Ik wilde er alles over weten en echt iets bijdragen. Ik was altijd jaloers op mensen die al van jongs af aan wisten wat ze later wilden doen. Wat ik zelf vooral deed, was meanderend mijn hart volgen, vanuit het vertrouwen dat het wel goed zou komen. Met als rode draad het beter maken van de wereld en beste uit organisaties en professionals halen. Dat zie je ook terug in de banen die ik hiervoor deed, bij het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Amsterdam, bij het Openbaar Ministerie en bij de Douane en de Belastingdienst.’

 

BOOR naar een hoger plan brengen

In de zomer van 2020 zag Bob de vacature van BOOR voorbijkomen en besloot hij wederom, of misschien alsnog, de onderwijswereld in te gaan. ‘Ze waren duidelijk op zoek naar iemand die de bedrijfsvoering van BOOR naar een hoge plan kan en wil brengen’, licht hij toe. ‘En dat past wel bij mij. Ooit stond ik even voor de klas in Buitenveldert als leraar maatschappijleer en doceerde ik politicologie aan de hogeschool. Maar ik had wel snel door dat ik toen meer een wereldverbeteraar was dan een leraar. De functie bij BOOR sluit perfect bij mij aan. Op 26 november 2020 werd ik benoemd als bestuurder bij BOOR. Precies een jaar nadat mijn vader werd begraven. Een emotioneel moment maar tegelijkertijd ook mooi. Want nu is de cirkel rond.’

 

Wat meer één lijn

Hoe zorg je dat bedrijfsvoering zo is georganiseerd dat het vanzelfsprekend is en dat mensen hun werk optimaal kunnen doen? Vanuit die insteek is Bob eind 2020 bij BOOR aan de slag gegaan. ‘Natuurlijk moeten er soms dingen ad hoc gebeuren. Het online thuisonderwijs en de boel draaiende houden zoals we de afgelopen maanden deden, is daar natuurlijk een actueel voorbeeld van. Scholen pakken het stuk voor stuk hartstikke goed op. Wel vaak op hun eigen manier. Scholen kochten soms onafhankelijk van elkaar hun eigen hardware is. Hoe slagkrachtig ook, het zou beter werken als er wat meer één lijn in zit. Dat kan alleen als de bedrijfsvoering helder en eenduidig is. Niet alleen op de scholen maar ook binnen BOOR Services, het bestuurskantoor van BOOR. Scholen en schooldirecties moeten weten waar ze terecht kunnen met vragen. Daarnaast moet BOOR Services zorgen dat de kaders die we met elkaar afspreken, worden bewaakt zodat scholen niet steeds het wiel opnieuw hoeven uit te vinden. Hoe zorg je dat we daar binnen BOOR op een zelfde manier naar kijken? En hoe zorg je dat scholen weten waar ze bij BOOR terecht kunnen voor hulp en advies?’

 

Uitgebreid het veld in

De eerste honderd dagen van Bob zitten erop. ‘Het liefst was ik natuurlijk uitgebreid het veld in gegaan om te praten op de scholen, met directeuren en leerkrachten over wat er speelt en wat in hun ogen anders en beter kan. Helaas was dat de afgelopen periode door corona nauwelijks mogelijk. Natuurlijk kan er digitaal heel veel en daar maak ik uiteraard graag gebruik van. Maar ik kan nog onvoldoende verbinding maken en echt zien hoe het er op een school of in een klas aan toe gaat.’ Toch valt een aantal zaken hem nu al op. ‘Ik zie een aantal heel mooie voorbeelden van dingen samen doen. We zitten nu net in de tijd van de inspectie en ik hoor goede geluiden over hoe de scholen hun kwaliteit van onderwijs aan het verbeteren zijn. Met elkaar. Ook op het gebied van huisvesting gebeuren mooie dingen. BOOR heeft jarenlang gewerkt aan de opdracht om vierkante meters terug te geven aan de gemeente. Noodzakelijk, maar daardoor is er nauwelijks ruimte geweest voor vernieuwingen. Inmiddels is weer een tijd van renovatie en nieuwbouw aangebroken. Op dit moment lopen er meer dan twintig projecten die uiteindelijk betere gebouwen opleveren.’

 

Toch weer die wereldverbeteraar

Ook de financiën zijn volgens Bob goed op orde gebracht. ‘Tien jaar geleden stond BOOR er slecht voor. Inmiddels hebben we, met helaas ook heel wat pijn voor de scholen, een gezonde financiële basis en zijn we in rustiger vaarwater terechtgekomen. Natuurlijk kunnen we nog wat stappen maken. Zo valt mij op dat de financiering van BOOR behoorlijk complex in elkaar zit. Daar wil ik verandering in brengen.’ Als je kijkt naar bedrijfsvoering dan moeten vanzelfsprekendheid, voorspelbaarheid en innovatiekracht volgens Bob kernbegrippen worden. ‘Minder versnippering’, merkt hij op. ‘Niet dat het nu niet goed gaat, maar met de huidige werkwijze lopen we een risico op snijverlies en op verschillen. Dat wil ik veranderen. Met als uiteindelijk doel dat de leraar zich meer kan richten op zijn werk voor de klas en zich minder druk hoeft te maken om allerlei zaken eromheen, zodat de leerling de beste kansen krijgt.’ Dat Bob zijn werk in een stad als Rotterdam mag doen, maakt het voor hem extra interessant. ‘Je hoopt natuurlijk dat iedereen door middel van onderwijs betere kansen krijgt en makkelijker kan aansluiten in de samenleving. En dat is weer goed voor de stad. Toch weer die wereldverbeteraar.’

REACTIES DE EERSTE HONDERD DAGEN VAN BOOR-BESTUURDER BOB DE BAEDTS

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

PLAATS EEN REACTIE




Plaatsen