Drie leerkrachten van verschillende scholen doen dit schooljaar praktijkgericht onderzoek naar effectief reken- en taalonderwijs. In de toekomst wil BOOR starten met primoraten, praktijkgerichtonderzoek op schoolniveau om de kennisontwikkeling binnen een school te stimuleren. Drie leerkrachten die deelnemen aan de onderzoeksplek vertellen: “Je eigen werk wordt er beter van!”
Naast hun gewone werk doen Michelle, Caroline en Ilse één dag in de week praktijkgericht onderzoek naar de effectiviteit van professionele leergemeenschappen (plg’s), in deze plg’s is er ruimte voor kennisdeling op zowel theoretisch als praktisch vlak. Adviseur onderwijskwaliteit Mariëlle Rijsmus begeleidt hen: “Praktijkgericht onderzoek is onderzoek gericht op een onderzoeksvraag uit de praktijk. Door aan de slag te gaan met de uitkomsten van deze praktijkgerichte onderzoeken kunnen we evidence-informed werken en de onderwijskwaliteit verder verbeteren. Evidence-informed onderwijs slaat een brug tussen wetenschap en praktijk.” Niet alleen de kennisontwikkeling binnen BOOR wordt vergroot door de praktijkgerichte onderzoeken die worden uitgevoerd, ook verbeteren leerkrachten hun onderzoeksvaardigheden, zegt Rijsmus. “Ze worden uitgedaagd om zichzelf te ontwikkelen op een gebied dat hen aanspreekt. Door de intervisiesessies, onder begeleiding van Hedwig van Schie en mijzelf, en de workshops gericht op onderzoeksvaardigheden georganiseerd vanuit de Erasmus universiteit Rotterdam leren de leerkrachten continu van elkaar. Zo doen zij nieuwe kennis op die ze gebruiken tijdens het uitvoeren van het onderzoek.”
Schoolteam
Richten de drie huidige onderzoeksplekken zich op onderzoek naar de plg’s op bestuursniveau, in de toekomst wil BOOR zich verder richten op praktijkgericht onderzoek dat de focus legt op onderzoeksvragen die spelen in de scholen. “Om dit te bewerkstelligen willen we komend schooljaar deelnemen aan de pilot primoraten”, zegt Rijsmus. “Een primoraat is een expertiseplatform op een school waar praktijkgericht onderzoek wordt gedaan door een aantal leerkrachten van hetzelfde schoolteam met als doel het onderwijs op de eigen school verbeteren. De leerkrachten kiezen een probleem om te onderzoeken, dat ze tegenkomen in hun eigen onderwijspraktijk.”
Onderwijsverbetering
Een primoraat wordt geleid door een primor, een wetenschappelijk/masteropgeleide leerkracht die de theorie kan uitzoeken en zijn of haar onderzoeksvaardigheden verder kan ontwikkelen. Rijsmus: “Het doel van een primoraat is een bijdrage leveren aan de lerende innovatiecultuur op school. De kracht is dat dit type onderzoek direct leidt tot onderwijsverbetering. Daarnaast worden de verschillende onderzoeken die hebben plaatsgevonden ook weer gecommuniceerd naar de andere scholen, zodat alle scholen binnen BOOR hiervan profijt hebben.”
Ben je als school of leerkracht geïnspireerd geraakt en wil je meer weten over de pilot primoraten neem dan contact op met Mariëlle Rijsmus (marielle.rijsmus@stichtingboor.nl).
‘Je leert buiten vastomlijnde kaders te denken’
Michelle van der Meer heeft zeven jaar voor de klas gestaan, studeerde na de pabo Educational studies en is intern begeleider op basisschool de Tuimelaar. Ze doet onderzoek naar de effectiviteit van de professionele leergemeenschap Inspirerend en effectief taalonderwijs. “Ik vind het leuk om me compleet ergens in vast te bijten en de diepte in te gaan. Onderzoek doen betekent onder andere heel veel lezen en kennis opdoen. Ondertussen leer ik zoveel over verschillende onderwijsfilosofieën en manieren van werken; alleen al doordat in de plg’s veel kennis samenkomt door de bagage van de deelnemers; de één is taalkundig specialist, terwijl de ander al dertig jaar voor de klas staat. Super waardevol!”
Ze is nieuwsgierig ingesteld. “Ik geloof dat je met onderzoek altijd verder komt. Ik wíl ook graag het onderwijs een stapje verder krijgen. Met onderzoek doen maak je een beetje pas op de plaats… je gaat kijken of iets werkt. We willen met z’n allen kinderen een mooie kickstart geven in hun leven, dan moet je niet over één nacht ijs gaan.”
In sommige opzichten vind ze dat het onderwijs te vaak de waan van de dag volgt. “In het onderwijs hebben we vrij snel de neiging om mee te lopen met trends die het hardst worden uitgelicht, om daar dan een aantal jaar later toch op terug te komen. Dat is zonde, want wat we toch allemaal willen is onderwijs dat succesvol is.”
Onderzoek doen is een frustrerend proces, zegt Michelleonverholen, maar dat maakt het ook zo mooi. “Je loopt vaak tegen blokkades aan; dan loopt het weer anders dan jij gedacht had. Heel veel dingen in het leven lopen niet zoals je van tevoren gepland had. Je leert flexibel en buiten de vastomlijnde kaders te denken. Dat gun ik iedereen”, besluit ze lachend.
‘Direct toepasbaar op school’
Leerkracht Ilse van der Spoel, inmiddels adjunct-directeur van basisschool Passe-Partout, zocht meer uitdaging toen zij zich aanmeldde voor een onderzoeksplek. “Het vak van leerkracht vind ik heel boeiend, maar ik was op zoek naar wisselende werkzaamheden. Op de een of andere manier wil ik altijd meer. Mijn houding ten opzichte van onderzoek doen is: je leert er altijd wel iets van!”
Haar grootste leermoment? “Ik ben nogal organisatorisch ingesteld en maak altijd een planning en een to-do lijstje. Bij onderzoek doen lopen dingen altijd anders dan verwacht. Ik ben wel wat flexibeler geworden”, constateert ze. Covid-19 vereist ook nog eens de nodige creativiteit: “We konden geen observaties in de klas doen en vroegen aan de leerkrachten om een video-opname te maken van hun les. Een mooie oplossing, maar toch anders dan een persoonlijke observatie waarbij je meteen kunt napraten.”
Ilse doet praktijkonderzoek naar leerkrachtvaardigheden bij taal en kan het elke leraar beslist aanraden. Juist het praktijkgerichte spreekt haar aan. “Het is inhoudelijk echt verdiepend en direct toepasbaar in de dagelijkse schoolpraktijk. Je doet kennis en inzichten op waarvan je eigen werk beter wordt. Ik weet nu zoveel meer over taal! Welke functie je ook hebt, ik denk dat die meerwaarde voor iedereen geldt in ons vak.”
‘De kunst is om objectief te blijven’
Caroline Plomp is intern begeleider op basisschool de Bergse Zonnebloem. Zij doet onderzoek naar verlengde instructie in het rekenonderwijs in het kader van haar stage, die ze uitvoert voor de masteropleiding Onderwijswetenschappen. “Onderzoek doen naar rekenen sluit fantastisch aan bij mijn werk. Ik leer er zóveel van. Rekenen heeft sowieso mijn interesse. Als ib’er sta ik middenin het onderwijs en denk ik op mijn eigen school mee over reken- en wiskundeproblemen. Inhoudelijk steek ik veel op van verlengde rekeninstructie en rekenonderwijs waardoor ik leerkrachten op mijn school beter kan ondersteunen bij vragen over rekenproblemen.”
Enerzijds helpt het doen van onderzoek haar om rekenonderwijs beter vorm te geven, anderzijds kan ze nu ervaren of onderzoek doen iets voor haar is. “Ambieer ik het? Je leert echt hoe een onderzoek opzetten in de praktijk gaat, met de verschillende fases enzo, en dat het belangrijk is dat je je niet gek laat maken als dingen anders lopen. Als onderzoeker heb je ook een andere pet op dan als leerkracht en ib’er. De kunst is om objectief te blijven kijken en niet meteen in de adviesstand te gaan staan. Onderzoek dwingt je ook om de diepte in te duiken. Wanneer doe je dat nog? Ik hoop ook dat mijn onderzoek straks fundamenteel bijdraagt aan verbetering.”
Onderzoek doen is best pittig, zegt ze tenslotte. “Dit doe je niet één, twee, drie. Studie, werk en een gezin. Die ballen kon ik op een gegeven moment wat minder goed in de lucht houden en daar kwam corona nog eens bij; thuiswerken met een kind van vijf is soms best ingewikkeld. Je tijd afbakenen, zeker als iets leuk is, dat heb ik echt moeten leren en ook dat ik soms iets minder perfectionistisch mag zijn. Soms is goed ook goed genoeg.”
Werk je bij BOOR en wil je meer weten? Lees de blogs van Caroline, Michelle en Ilse op BOORconnect.