Leraren in het primair onderwijs protesteren niet voor niets massaal tegen de te hoge werkdruk die velen van hen ervaren. Ze zijn teveel tijd kwijt aan niet-onderwijskundige taken, ouders hebben steeds hogere verwachtingen van hun kind en in het kader van passend onderwijs worden meer eisen aan ze gesteld. Het ministerie van OCW heeft inmiddels geld beschikbaar gesteld om het tij te keren. BOOR signaleerde de problemen al eerder en gaf leerkracht Ineke Weenink begin dit schooljaar de opdracht onderzoek te doen naar de werkdruk binnen de organisatie en met aanbevelingen te komen.
Tot vorige zomer stond ze nog voor de klas op OBS Andries van der Vlerk in Hoogvliet. Na een carrière in de automatisering - ze was onder meer hoofd systeembeheer bij het Korps Landelijke Politiediensten - volgde Ineke Weenink haar hart en een opleiding tot leerkracht. In 2004 startte ze als invaller op OBS Pluspunt in Rotterdam, later volgde Combinatie ‘70, een school die nu niet meer bestaat. Vorig schooljaar nam ze ontslag omdat ze de werkdruk te hoog vond. ‘Het plezier om kinderen les te geven was groot, maar er kwam steeds meer bij. Naast de administratieve taken zijn ook de verwachtingen van ouders toegenomen. Ze willen dat je hun kind centraal stelt en niet alleen extra helpt met lezen en rekenen, maar bij wijze van spreken ook met het opdrinken van hun melk en het eten van hun boterham. Ze realiseren zich niet dat je als juf een hele klas moet bedienen. Het belang van presteren en hoge Cito-scores is veel groter geworden en je wordt meer beoordeeld op resultaten. De ontevredenheid van collega’s nam toe en ook dat ging ten koste van mijn werkplezier.’ Toen Ineke door ziekte een periode van herstel doormaakte, voelde ze zich voor het eerst sinds lange tijd rustig en besefte ze dat ze wilde stoppen. Ze schreef een uitgebreide ontslagbrief met haar beweegredenen. Het signaal werd opgepikt in de organisatie en dat leidde tot een persoonlijk gesprek met BOOR-bestuurder Huub van Blijswijk. ‘Hij kreeg dit signaal van meer mensen en het sloot ook aan bij de lerarenprotesten van PO in Actie. Huub vroeg of ik een onderzoek wilde doen binnen BOOR naar de hoge werkdruk. Ik hoefde er niet lang over na te denken. Op deze manier kon ik mijn collega’s helpen en ik vond het een uitdaging om zo’n onderzoek te doen.’
Bespreekbaar maken
Er werd budget voor vrijgemaakt (er was nog geen sprake van extra geld van de overheid) en samen met Bovenschools directeur Ellen van den Brand ging ze aan de slag. Een uitgebreide literatuurstudie en veldonderzoek volgden. Ineke: ‘We kwamen erachter dat het samenwerkingsverband PPO een enquête naar werkdruk voorbereidde en besloten hier bij aan te sluiten. De data van de BOOR-respondenten kregen wij voor eigen analyse.’ Uit de enquête kwam naar voren dat veel collega’s een hoge werkdruk ervaren, vooral door de administratie en het combineren van onderwijs en zorg. Ook blijkt dat er behoefte is aan ondersteuning. Maar de manier waarop ligt voor iedereen anders. ‘Zo heb ik ervaren dat ik eerder nee had moeten zeggen en niet alles had moeten doen wat ze van me vroegen. Ik ben nogal perfectionistisch en wil het graag doen zoals de regels voorschrijven. Andere collega’s krijgen stress van het werken met computers, omdat ze daar te weinig verstand van hebben, of van het maken van uitgebreide planningen.’ Maar hoe pak je het probleem dan aan? ‘Het is heel belangrijk om het onderwerp bespreekbaar te maken. Nog een voorbeeld uit mijn eigen praktijk. Het lukte mij niet om de kinderen tijdens zelfstandig werken de eerste tien minuten stil te laten zijn. Mijn collega zei dat ze daar geen enkele moeite mee had. Ik werd daar onzeker van en had het idee dat ik het niet goed deed. Totdat ik er veel later achter kwam dat de kinderen bij mijn collega mochten fluisteren om iets aan elkaar te vragen. Ik dacht dat het doodstil moest zijn. Als ik veel eerder met haar had besproken wat zij en ik onder het begrip stil verstonden, had ik er niet zo lang mee rond hoeven lopen.’
Teamtrajecten en kennisbank
In januari van dit jaar volgde het eerste advies aan Ellen, waaruit twee acties verder werden uitgewerkt. Ineke: ‘We raden scholen aan om teamtrajecten te organiseren, waarbij de leerkrachten met elkaar in gesprek gaan om te kijken waar hun energie naartoe gaat en wat energie oplevert. Daarvoor is de workshop “werkdruk en werkplezier’ ontwikkeld met verschillende werkvormen. We gebruiken daarbij onder meer het Werkdrukspel van het Vervangingsfonds. Dat zijn kaartjes met vragen waarin de thema’s werkdruk en werkplezier op een open en oplossingsgerichte manier bespreekbaar worden gemaakt. We hebben een pilot gedaan bij OBS De Korf en dat is heel goed bevallen.’ Het tweede advies is het inrichten van een BOOR-brede digitale kennisbank met tips, informatie en ervaringen. ‘Er is voldoende kennis in huis, maar mensen weten de informatie niet te vinden. Scholen weten van elkaar niet altijd wat ze doen. Als een school onderzoek naar de werkdruk heeft gedaan en daar oplossingen voor heeft gevonden, is het toch eigenlijk logisch om dat met andere scholen te delen? Zorg dus voor een centrale plek op het intranet waar alle collega’s informatie en ervaringen uit kunnen wisselen.’
Inmiddels is van de overheid per school een bedrag toegekend om met de teams aan de slag te gaan om de werkdruk te verlagen. ‘De scholen beslissen zelf hoe ze het geld willen inzetten. Je hoort wel van scholen die de werkdruk denken te verlagen alleen door extra personeel aan te nemen, maar dan neem je volgens mij de oorzaak niet altijd weg. Ik hoop echt dat scholen met de workshop aan de slag gaan. Daarnaast zou het fantastisch zijn als BOOR zo snel mogelijk een kennisbank krijgt.’
Een derde advies is (nog) niet verder uitgewerkt, maar volgens Ineke is het daarnaast van belang de administratie te verminderen. ‘Het zou goed zijn om ook aandacht te besteden aan het analyseren van de documentenstromen. Ontregeling in het primair onderwijs is echt noodzakelijk, net als in de zorg. Hierdoor krijgen leerkrachten weer meer tijd.’
Hoewel ze veel meer inzicht heeft gekregen in de oorzaken van werkdruk, ziet Ineke zichzelf niet snel terug voor de klas. Ze hoopt dat haar advies na de zomer verder wordt uitgewerkt en werkt daar graag aan mee.
Werkdruk omlaag? Dit zijn de belangrijkste tips van Ineke Weenink:
- Toon meer durf. Leerkrachten zijn vaak te lief en doen alles voor de leerlingen. Luister beter naar jezelf. Als iets geen nut heeft of niet klopt, doe het dan een keer niet.
- Ga met elkaar in gesprek. Maak je problemen bespreekbaar en zoek met elkaar naar oplossingen. De workshop ‘werkdruk en werkplezier’ kan daarbij helpen.
- Zorg dat er veel meer uitgewisseld wordt tussen scholen, dan hoef je niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden.
- Spreek elkaar aan op vaardigheden. De een is goed in ict, de ander in knutselen. Kijk waar je elkaar mee kunt helpen.
Voor meer informatie kun je contact opnemen met ineke.weenink@stichtingboor.nl