HOME
EDITIES
RUBRIEKEN
ARTIKELEN



Kinderen uit het asielzoekerscentrum in Rotterdam-Zuid naar school

"In dit nieuwe land, hebben zij op school voor het eerst het gevoel dat ze bij een gemeenschap horen"

06 juni 2016  |  tekst: Dore van Duijvenbode  |  fotografie: Olympia College

Het Olympia College in Rotterdam-Zuid telt vanaf september 2016 vijfhonderd leerlingen. Het exacte aantal verneemt de school pas aan het eind van de zomer, wanneer het naburige asielzoekerscentrum wordt bewoond. De kinderen van 11 tot 19 jaar, die in dit azc terecht komen, zullen naar het Olympia College gaan.

 

‘De vader staat naast de moeder. De zoon staat voor zijn vader. De moeder staat achter de dochter. De zoon staat naast de dochter,’ zorgvuldig leest het meisje voor. Haar vlecht hangt over haar schouder. Een roze elastiekje houdt het donkere haar bij elkaar.
‘Dochter,’ zegt de docent met de nadruk op de ‘ch’. ‘Zeg het nog eens, Aïcha.’
Het meisje buigt haar hoofd boven het boek, de vlecht valt mee naar voren en herhaalt de docent. Aïcha is een van de honderd leerlingen in de internationale schakelklassen op het Olympia College. Over een paar weken begint de zomervakantie, daarna starten op deze school in Rotterdam-Zuid drie klassen met kinderen uit het asielzoekerscentrum in Beverwaard, vier kilometer verderop.

 
'We hebben vierenzestig nationaliteiten' 

Het kunnen zestig leerlingen zijn of vijftig. Van elf, zestien of achttien jaar. Die informatie krijgen we pas wanneer de kinderen in het azc wonen,’ legt schooldirecteur Monique Helling uit. Op het moment worden docenten geworven. ‘Hoeveel precies? Voor welk niveau? De belangrijkste vakken zijn Nederlands en Burgerschap. Zo krijgen de leerlingen kennis van onze taal en samenleving. Ook hamer ik op Engels. We gaan ervan uit dat er veel Syrische vluchtelingen komen. Stel dat zij na hun procedure worden uitgewezen naar een ander land, dan komen ze met Engels het meest ver.’

 

In de internationale schakelklassen zitten kinderen van arbeidsmigranten en vluchtelingen. Zij komen uit Polen, Bulgarije, Turkije, Afghanistan, Syrië, Soedan. ‘We hebben hier vierenzestig nationaliteiten. Wanneer de leerlingen voor het eerst binnenkomen, spreken zij geen of nauwelijks Nederlands. Op school is het leren van de taal de rode draad. Dat gebeurt met de lessen Nederlands, maar ook tijdens handvaardigheid en gymnastiek. Ga voor de bal staan, erachter, blijf binnen de rode lijnen. Het leren gaat continu door.’

 
Olympia College richt zich zowel op onderwijs als op opvoeding

In de kantine zitten een jongen en een meisje aan een ronde tafel. Loekmoe en Laon zijn broer en zus. Loekmoe is 14, Laon 18. Iedere ochtend vertrekken zij voor dag en dauw vanuit Oostvoorne naar Rotterdam. ‘Niet samen,’ haast Laon zich te zeggen. Zij gaat eerst met haar vriendinnen, haar broertje volgt later. Van de bus stappen ze over in de metro en vervolgens in een tweede bus, om het laatste stuk te lopen. In totaal zijn zij twee uur onderweg. Rond etenstijd zijn ze weer thuis waar ze met hun moeder Thais spreken en met hun stiefvader Nederlands. Aan de tafel ernaast zitten drie meisjes die alleen op school Nederlands spreken. Giechelend zitten Hociema, Dounia en Fatima aan tafel. De een komt uit Griekenland, de ander uit Ghana, de derde uit Marokko.
‘Daar zit een Somalisch clubje, daar uit de Dominicaanse Republiek,’ vertelt Monique terwijl ze de kantine rondkijkt en een jongen met een sigaret naar buiten stuurt. Het Olympia College richt zich zowel op onderwijs als opvoeding. Vanuit het thuisfront is de inmenging vaak minimaal. ‘We moeten die tieners echt de pubertijd door helpen.’

 

De openstaande vacatures om de nieuwe leerlingen in september te kunnen ontvangen zijn bijna gevuld. ‘Een goede docent weet wie het kind is en wat hij kan. Zo’n docent geeft zelfvertrouwen en zorgt dat het kind zelfstandig wordt. Sommige kinderen zijn analfabeet, anderen licht verstandelijk beperkt. Soms blijkt achter die taalachterstand een slim kind te zitten. Door de tijd te nemen en er bovenop te zitten, haalt een docent dat eruit.’

 

'De school is snel een plek waar de leerlingen graag komen' 

Chris van der Voordt is afdelingsleider en werkt sinds de jaren negentig met internationale schakelklassen. ‘Afhankelijk van de brandhaarden en de economische situatie in de wereld veranderen onze leerlingen. Ik heb de vluchtelingen uit de Balkan meegemaakt en de economische migranten uit Europa. Straks krijgen we Syrische vluchtelingen. Vooral bij die laatsten zal het verloop groot zijn. Om de zoveel weken komen er leerlingen bij of vertrekken zij. Hoe creëer je dan toch een veilige groepssfeer?’ Volgens Chris lukt dat wanneer je echt met mensen wilt werken en verbindingen wilt leggen. ‘En vergeet niet, wij betekenen veel voor deze kinderen. De school is snel een plek waar zij graag komen. Dit is hun thuis. In dit nieuwe land, hebben zij op school voor het eerst het gevoel dat ze bij een gemeenschap horen.’

Binnen BOOR staat de leerling centraal. Zonder hen geen gevulde klaslokalen of geren over speelplaatsen. Zonder hen geen toekomst. In deze rubriek worden leerlingen in woord en beeld geportretteerd.

REACTIES KINDEREN UIT HET ASIELZOEKERSCENTRUM IN ROTTERDAM-ZUID NAAR SCHOOL

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

PLAATS EEN REACTIE




Plaatsen