In 2022 startte basisschool de Gaffel als tijdelijke onderwijsvoorziening voor Oekraïense kinderen. In september opende Schakelschool De Gaffel haar deuren voor álle nieuwkomers. De een komt uit Kaapverdië, de ander uit Afghanistan en de derde uit Syrië. ‘Ze moéten wel Nederlands praten’, zegt leerkracht-ondersteuner Gabija, ‘en daardoor leren ze het veel sneller’.
Het duurde even en het was lang onzeker maar een paar weken voor de zomervakantie kreeg het team van De Gaffel te horen dat ze door konden gaan met het geven van nieuwkomersonderwijs. ‘We zijn nu dus open voor iedereen’, vertelt adjunct-directeur Nadika Martins-Ruseler. ‘Niet alleen voor Oekraïense leerlingen maar ook voor andere nieuwkomers. Voor kinderen uit de hele wereld dus. Daar waren we natuurlijk heel blij mee allemaal.’ Martins-Ruseler was er bijna vanaf het begin af aan bij en hielp mee aan het opbouwen van de Oekraïne-school. ‘De instroom van nieuwkomers bleef maar doorgaan’, zegt ze. ‘Niet alleen Oekraïense leerlingen maar ook kinderen uit andere delen van de wereld waar de nood hoog is. Wij bieden ze een jaar onderwijs aan. Als hun Nederlands op niveau is, stromen ze na een jaar door naar het reguliere basisonderwijs.’
Grote onderlinge verschillen
Dat is met een heleboel Oekraïense leerlingen ook al gebeurd. ‘Op een gegeven moment stagneerde die instroom van Oekraïense kinderen een beetje’, gaat Martins-Ruseler verder. ‘Omdat wij inmiddels al zoveel ervaring hadden opgedaan als tijdelijke onderwijsvoorziening, wilden we graag door. Zonde als dat verloren zou gaan. Daarom staan we nu open voor alle nationaliteiten die naar Nederland komen. Op dit moment zijn dat voornamelijk leerlingen van het schip dat in de Marconistraat ligt aan de haven. Veel leerlingen met trauma en ook grote onderlinge verschillen wat betreft onderwijsniveau. Sommige kinderen hebben zelfs helemaal geen onderwijs gehad. De niveauverschillen zijn daardoor groot. Bij de Oekraïense leerlingen was dat anders. Daar waren de onderlinge verschillen minder groot.’ Het bijzondere is wel dat de leerlingen allemaal bij elkaar in de klas zitten, ongeacht taal en achtergrond. ‘Geweldig’, vindt Martins-Ruseler, ‘want als onze school er niet was, is de kans groot dat deze leerlingen thuis zouden zitten. Er is in Rotterdam gewoon niet genoeg capaciteit om al deze leerlingen onder te brengen. Dankzij de Gaffel is er weer meer ruimte.’
Liefde, warmte en veiligheid
Op dit moment gaan er 62 leerlingen naar de Gaffelschool. Het grootste deel daarvan is Syrisch. Maar ze komen ook uit Pakistan, Eritrea en Kaapverdië. ‘Kinderen die om een vervelende reden uit hun land zijn vertrokken en veel trauma hebben’, vertelt Martins-Ruseler. ‘Veel van hen zijn statushouders. Zodra ze een huis hebben, gaan ze weer weg. Maar sommige gezinnen zijn al wel 11 keer verhuisd. Heftig voor de kinderen, want iedere keer moeten ze dan weer naar een andere school. Maar ook heftig voor het team én voor de groepsdynamiek. Dan heb je net een band opgebouwd en dan gaat een kind alweer weg. Het trauma kan behoorlijk heftig zijn. Wat wij als team kunnen doen, is vooral veel liefde, warmte en veiligheid geven. Hoe tijdelijk het ook is. Daar heeft ieder kind baat bij. Ik merk echt wel dat ze met plezier naar school komen. Elke dag hebben we met het team ook een nazit waarbij we bespreken wat er die dag gebeurd is. Daarnaast krijgen we gelukkig ook steun van maatschappelijk werk. Soms is dat lastig want er is natuurlijk wel een taalbarrière. Gelukkig pikken kinderen een nieuwe taal snel op.’
Een nieuw leven opbouwen
Leerkracht-ondersteuner Gabija Mozuraite herkent dat helemaal. Sinds dag één werkt ze op de Gaffelschool. ‘Op woensdag sta ik voor groep 3/4 en op donderdag en vrijdag voor groep 8, vertelt ze. ‘Er is nu geen leerkracht dus sta ik voor de klas. Zelf kom ik uit Litouwen. De Oekraïense kinderen spreken ook Russisch, dus zo kunnen we elkaar wel een beetje begrijpen. Wat ook helpt, is dat ik zelf ook op mijn twaalfde naar Nederland ben gekomen voor het werk van mijn ouders. Geen oorlog dus, maar ik begrijp deze kinderen wel en ik weet hoe het is om je eigen land te verlaten en ergens anders vanaf nul een nieuw leven op te bouwen.’ Sinds de Gaffel voor alle nieuwkomers is, merkt Mozuraite dat de leerlingen sneller vooruit gaan dan voorheen. ‘Voorheen praatten ze vooral heel veel Oekraïens met elkaar maar dat kan nu niet meer. De een komt uit Kaapverdië, de ander uit Afghanistan en de derde uit Syrië. Ze spreken elkaars taal dus niet en daardoor leren ze sneller de Nederlandse taal. Ook het rekenen gaat sneller. De stappen die ze zetten zijn echt groot. Geweldig om te zien.’