Over mijn voorouders is bijna niks bekend, ze werden alleen bij voornaam geregistreerd als ze verhandeld werden.
Tot mijn 21ste dacht ik altijd dat andere mensen een paar ton op de bank hadden en daar een huis van kochten, niemand in mijn hele familie en niemand van mijn vrienden had ooit een hypotheek afgesloten.
Dat mijn witte studiegenoten niks over hun familiegeschiedenis wilden weten, dat begreep ik nooit. Is het voor hen niet belangrijk?
Dat er op school altijd wordt gedaan alsof tot slaafgemaakten een soort lijdzaam hun lot ondergingen. Maar ze kwamen juist heel vaak in opstand.
Dat het zo lang geleden is, dat het toch niet meer uitmaakt. Maar wij voelen het iedere dag nog.
Vorig jaar, op de Internationale Dag van de Rechten van de Mens (10 december 2021), heeft burgemeester Aboutaleb namens Rotterdam excuses gemaakt voor het slavernijverleden. De excuses kwamen na uitgebreid onderzoek en vele gesprekken met inwoners van de stad. De opbrengsten van de gesprekken hebben niet alleen geleid tot excuses, maar ook tot een gemeentelijk programma dat bij wil dragen aan het vergroten van de kennis, bewustwording en erkenning van het verleden én een bijdrage levert aan het bestrijden van de negatieve gevolgen die er nog steeds zijn in onze samenleving, zoals racisme.
In het programma is ook nagedacht over de rol van Rotterdamse scholen en over wat zij nodig hebben om bij te kunnen dragen aan meer bewustwording, en het bestrijden van negatieve gevolgen. Zo wordt er lesmateriaal, filmmateriaal en een app ontwikkelt en kun je als docent ook zelf meer kennis over het onderwerp opdoen.
Onderwijsconferentie ‘koloniaal Rotterdam-het verhaal in de klas’
Precies om dat te doen was ik op 9 november aanwezig op de conferentie ‘koloniaal Rotterdam-het verhaal in de klas’. Een middag waarop je onder andere workshops kon volgen om meer kennis op te doen over het koloniaal verleden en de gevolgen ervan én om handvatten te krijgen om het onderwerp in de klas te bespreken.
In de eerste workshop werd ruim de tijd gegeven om de mensen in je groepje beter te leren kennen. Wie ben je, wat doe je, wat kom je hier vandaag leren? In het lokaal waren we met een gemêleerd gezelschap van onderwijsmensen. De jongste nog studerend, de oudste bijna met pensioen. Po, vo, mbo, hbo. En met een hele verschillende betrokkenheid bij het onderwerp, waaronder mensen uit families met een slavernijverleden en geschiedenis studenten met enorm veel kennis. Aan mijn tafeltje waren we met drie. We stelden onszelf voor en vertelden waarom we er zaten. Natuurlijk, omdat we graag meer willen kunnen met het onderwerp in de klas. Maar waarom dan? Eén van mijn tafelgenoten zei: Tsja, bij ons speelt het eigenlijk niet zo. En ik hoorde mezelf ook zoiets zeggen, iets van op die locatie is het eigenlijk niet echt aan de orde.
Op het moment zelf stond ik er niet zo bij stil. We zaten daar tenslotte allemaal om dingen te leren en handvatten te krijgen. En dat gebeurde ook, want het was een inspirerende workshop die me meer inzicht heeft gegeven in hoe men ook in Rotterdam heel goed op de hoogte was van de misstanden op de plantages over zee, en tegelijkertijd heb ik kennis gemaakt met heel bruikbaar lesmateriaal.
Speelt het niet zo, of?
In de dagen erna bleef het door mijn hoofd zingen…. Dat speelt bij ons niet zo.
Want wat betekent dat eigenlijk? Dat het niet speelt? Speelt het niet op een witte school? Speelt het niet op een school waar niemand het er over heeft? Speelt het niet op scholen net buiten Rotterdam?
En… hoe weet je eigenlijk dat het niet speelt?
Gaan we daar gewoon vanuit als niemand op school het erover heeft? Niemand aangeeft er last van te hebben? Of bevragen we elkaar daarop? Nemen we enquêtes af? Zijn we nieuwsgierig?
Maken dat het speelt, dat is nodig
En dan… Mag je je er eigenlijk bij neerleggen? Bij dat het bij niet zo speelt? Hebben we als scholen niet de verantwoordelijkheid om te maken dat het onderwerp speelt bij alle Rotterdammers? Zodat we samen de gevolgen van ons koloniaal verleden kunnen bestrijden, ook met de Rotterdammers die zelf de negatieve gevolgen niet ervaren?
De docenten die ik sprak op het congres waren zich erg bewust van deze opdracht. En gelukkig maar, want er valt nog wat wel wat te winnen. In 2020 gaf de helft van alle ondervraagde Nederlanders in een onderzoek aan dat ze trots zijn op ons koloniaal verleden.
Trots op een verleden dat nog steeds dagelijks pijn doet bij veel stadsgenoten. Een verleden dat een grote katalysator is voor racisme en dat jongeren van nu nog steeds een achterstandspositie geeft…. Au.
Vind je dat een beetje overdreven? Maak dan juist de komende twee jaar gebruik van alle mogelijkheden om jezelf te onderwijzen en te verdiepen. Bekijk de bijgevoegde websites onderaan deze tekst.
De uitspraken aan het begin van deze tekst komen uit gesprekken die ik (Inge Spaander) de afgelopen maanden had met jonge mensen uit families met een slavernijverleden.
Websites met informatie