Ergens in de jaren ‘90 was ik hard op weg om wereldkampioen puber te worden. Naar school ging ik om te zitten op het gras en over jongens te praten en na schooltijd bracht ik veel tijd door met mijn vrienden. Hangjeugd. De inhoud van de meeste schoollessen boeide me niet zo. Maar het was niet zo dat niks me boeide. In de punkmuziek vond ik mijn maatschappelijke standpunten waar ik – vrij eensgezind – met mijn vrienden uren over kon discussiëren. Ook wist ik heel goed hoe je met elkaar moest omgaan. En als een echte puber wist ik dat ook vaak duidelijk te maken aan leraren, vrienden en vooral… aan mijn ouders en mijn broertjes. Zo nu en dan ondernamen mijn ouders dappere pogingen me wat bij te sturen in de manier waarop ik mijn meningen om welbekende puberwijze de wereld in slingerde, maar steeds vaker werd hun mantra als reactie op mijn tirades: Verbeter de wereld, begin bij jezelf.
Begin bij jezelf, als irritante pop-up
Of dat een handige reactie was? Ik weet het niet. De uitspraak werkte als een soort hele hoge muur. Ik kon weinig anders dan er keihard tegen aan botsen, terugdeinzen en dan gefrustreerd raken, want “er luistert ook nooit eens iemand naar mij”. Tegelijkertijd is de uitspraak wel in mijn hoofd gaan wonen. Het is een soort intern stemmetje geworden, dat geregeld op komt zetten als ik (in gedachten of live) een tirade afsteek over een willekeurige voorbijganger, een collega, een ouder, een leerling of mijn vriendje. Een stemmetje dat mijn denken zachter maakt en me herinnert aan mijn eigen rol in veel situaties. Wil je de dingen anders? Begin dan met je eigen gedrag te veranderen.
Nu het op de scholen en in het journalistieke onderwijsland steeds meer over burgerschap gaat, wordt die spreuk langzamerhand zo’n irritante cookies pop-up in mijn hoofd. Hij blijft maar terugkeren bij (bijna) alles wat ik lees en hoor. Ik probeer ‘m wel weg te klikken, maar alleen accepteren lijkt te helpen. Dus bij deze.
Hoe burger jij?
Ook bij burgerschap geldt: begin bij jezelf. Een open deur? Misschien wel als je denkt aan hoe je je in het contact met leerlingen opstelt. Dan zullen de meesten onder ons altijd proberen te handelen volgens het BOOR-motto: Sta open!
Die pop-up in mijn hoofd bedoelt echter iets anders. Begin echt bij jezelf. In je eigen woonomgeving, binnen het gezin, je vriendengroep en op teamniveau in het werk. Ken je al je buren of alleen de buren die op je lijken? Geef je de basisschool om de hoek een kans als je op zoek bent naar een school voor je kind? Doe je actief moeite “de ander” te ontmoeten? Met wie ga je om op het werk? Stel je die nieuwe “onopvallende” collega wel eens een vraag, denk je bij het aannemen van nieuwe collega’s na over het kiezen van herkenbare rolmodellen voor je leerlingen? Durf je je partner aan te spreken op een vooroordeel en, lastiger nog, je vrienden? Stap je af op wat je niet kent of blijf je op afstand? Werk je actief aan jouw eigen “burgerschap”?
“Sta open” is een motto dat oproept tot actie. Niet alleen met een open mind denken over de ander, maar die ander opzoeken, ontmoeten en elkaar (op anderhalve meter) omarmen. Wat we leerlingen ook bijbrengen in het klaslokaal, het waardevolste wat we kunnen doen is de wereld waar ze straks als volwassenen aan meebouwen nu alvast een stukje mooier en inclusiever maken.
Burgerschap onderwijs je niet, dat doe je
Verbeter de wereld, begin bij jezelf. Ik denk dat veel mensen die een deel van de twintigste eeuw bewust hebben meegemaakt, deze uitspraak hebben geïnternaliseerd. Als ik het internet moet geloven publiceerde de Bond Zonder Naam deze spreuk jarenlang in augustus. Op de website van de Bond Zonder Naam vond ik trouwens uit 2020 nog een spreuk die we in het burgerschapsonderwijs kunnen omarmen: Meningen gaan de wereld niet veranderen, voorbeelden wel.
“..begin bij jezelf…” Ja, ja. Dat doe ik. Doen jullie mee?