Elk jaar spelen leerlingen van 4 vwo van het Wolfert Lyceum in Bergschenhoek het parlement na in de raadzaal van het stadhuis. Het zogenoemde Wolfert Lyceum Parlement heeft echte commissies, wetsvoorstellen en debatten. “Zelfs de leerlingen die niet zo geïnteresseerd zijn, gaan er hard voor werken als het eenmaal zo ver is. Ze willen gewoon winnen.”
Het Wolfert Lyceum Parlement begon relatief klein in de lokalen van de school, maar groeide in de loop der jaren uit tot een groot evenement. Alle leerlingen van 4 vwo, bij elkaar zo’n negentig, zijn aan het eind van het jaar drie dagen lang alleen met dit project bezig. Ze werken stellingen uit, als: ‘Abortus moet weer worden verboden’ of ‘Het aanbieden van therapieën ter genezing van homo’s moet worden verboden’. Het project wordt afgesloten in het stadhuis van Lansingerland. Daar verdedigen de verschillende commissies hun standpunten en beslist een jury welke commissie het beste kan debatteren.
Mening durven uiten
“Dit project valt bij ons onder staatsinrichting en heeft verschillende leerdoelen”, vertelt docent maatschappijleer Maarten van Gulik. “Alle waarden en normen van onze maatschappij komen aan de orde. Denk aan: Hoe ga je om met minderheden in de samenleving of hoe ga je om met mensen die een andere mening hebben?. Je mag van alles vinden, maar je moet het wel onderbouwen. Het gaat vooral om je mening durven uiten. Want hoe kun je invulling geven aan je burgerschap, als je dat niet durft?”
De leerlingen leren tijdens het project debatvaardigheden. Daarnaast komen ze in aanraking met allerlei maatschappelijke dilemma’s over bijvoorbeeld godsdienstvrijheid of vrijheid van meningsuiting. Maarten: “Ze komen erachter dat zulke zaken raakvlakken hebben met hen zelf. Ook merken ze dat in zulke zaken meestal niet de een gelijk heeft en de ander niet. Meestal zijn er meerdere ‘gelijken’ en moet je een afweging maken tussen verschillende standpunten.”
“Dit geeft een beter beeld van de politiek, dan wanneer je er alleen over leest in de schoolboeken.”
Zo leuk!
Het evenement, waarbij vaak vooraanstaande gastsprekers uit de politiek worden uitgenodigd, is een enorme organisatie. Traditioneel komt die organisatie in handen van drie leerlingen uit 5 vwo, die dus zelf eerder aan het project meededen in 4 vwo. Zij maken er eveneens hun profielwerkstuk over. Ella, Minèvre en Luc zijn dit jaar de organisatoren. Ella: “Wij zaten vorig jaar samen in dezelfde commissie en waren toen de winnende commissie. Wij vonden het zo leuk! Wij vroegen onmiddellijk na afloop of wij het volgend jaar mochten organiseren.”
Ella, Minèvre en Luc zijn voor middelbare scholieren goed op de hoogte van de actualiteit. Ze volgen het nieuws online, op tv en hebben nieuwsalerts geïnstalleerd op hun telefoon. Hun interesse voor politiek is door het project alleen maar groter geworden. Luc: “Vorig jaar ging een van de stellingen over buitenlandse missies van het Nederlandse leger. Daar wist ik niet zo veel van. Het was leuk daar meer over te weten te komen.”
Best moeilijk
Tijdens het project worden alle ruim negentig leerlingen in 4 vwo ingedeeld in ongeveer tien commissies. Elke commissie krijgt drie stellingen: een die ze moet verdedigen, een die ze moet aanvallen en een waar ze een wetsvoorstel voor moet indienen. De stelling waar Ella, Minèvre en Luc een wetsvoorstel voor indienden, werd niet aangenomen. Toch werden ze tot beste commissie uitgeroepen. Minèvre: “We hadden de stelling om bindende referenda in te voeren. Niemand was daar voor. Wij ook niet, maar dan heb je toch de taak om er argumenten voor te verzinnen. Dat is best moeilijk, maar uiteindelijk gaat het erom hoe goed je de argumenten naar voren hebt gebracht.”
Naast kennis over actuele onderwerpen, leren de leerlingen samenwerken en veel met elkaar te communiceren. Ella: “In onze groep was discussie over wie de speeches mocht doen, want dat wilden we allemaal wel.” Minèvre: “We hebben toen overlegd en gestemd. Degenen die geen speeches mochten doen, mochten meer het woord voeren op andere momenten.”
De drie leerlingen zijn intussen hard bezig met de voorbereidingen van het Wolfert Lyceum Parlement 2020. Een enorme klus. Hun taken omvatten onder andere de stellingen verzinnen waarover wordt gedebatteerd, het werven van andere leerlingen uit 5 vwo die de commissies gaan begeleiden en afspraken maken met het stadhuis.
Overzicht behouden
Luc: “Ik wil later organisatiekunde gaan studeren en vind het leuk dit te organiseren. Het moeilijke bij dit project is dat het zo groot is. Het is lastig om het overzicht te behouden.” Ella en Minèvre zijn het met hem eens. Ella: “Er zitten zoveel aspecten aan. Denk bijvoorbeeld aan de catering en de financiën; we moeten een begroting opstellen.” Minèvre: “En je moet met zo veel verschillende mensen samenwerken.”
De leerlingen zijn inmiddels een eind op weg. Minèvre. “We hebben bijna al onze stellingen rond. We hebben er zelfs te veel. De stelling ‘De maximale snelheid op snelwegen terug naar 130 km’, moeten we misschien laten vallen.” Ella: “Ook hebben we al veel aanmeldingen van leerlingen uit 5 vwo die een commissie willen begeleiden. Dat is goed, want dan kunnen we kiezen en hebben we reserves.”
De afspraken met het gemeentehuis zijn bijna allemaal gemaakt. De leerlingen zoeken nog naar aansprekende gastsprekers. Minèvre: “Rutte of Pechtholt zou wel leuk zijn.” Waar ze alle drie vooral naar uitkijken is het moment dat ze in het stadhuis als presidium de debatten mogen voorzitten. Luc: “Met een hamer!”
Fanatiek
Ella, Minèvre en Luc zijn zich ervan bewust dat zij bovengemiddeld geïnteresseerd zijn in politiek. Toch merkten ze vorig jaar dat ook leerlingen met minder interesse, gaandeweg in het project werden gezogen. Ella: “Ik denk dat iedereen fanatiek is. Bijna iedereen heeft er vorig jaar thuis nog aan gewerkt, omdat ze graag willen winnen. Terwijl ze bezig zijn, raken ze vanzelf geïnteresseerd in de onderwerpen. Ik hoorde dat zelfs degenen die er niets aan vonden, tot tien uur ’s avonds hebben doorgewerkt. Zij waren uiteindelijk trots te laten zien wat ze wisten over een onderwerp.” Minèvre: “En wanneer ze eenmaal in het gemeentehuis zitten, raken ze helemaal betrokken.”
Alle drie willen ze het project zeker aanbevelen aan andere scholen. Minèvre: “Dit geeft een beter beeld van de politiek, dan wanneer je er alleen over leest in de schoolboeken. Hier ga je het echt in de praktijk brengen. Je krijg meer inzicht en je kunt mensen er meer voor motiveren.”