Zes jaar lang leef je toe naar dat ene moment: de eindexamens. En dan, enkele weken voor het zo ver is, is daar COVID-19. Voor zo’n tweehonderdduizend eindexamenleerlingen was dat de realiteit. Sara Blik (17) was één van hen. De leerling van het Wolfert Tweetalig (VWO) kreeg half maart te horen dat ze niet meer naar school hoefde te komen.
We ontmoeten Sara bij haar thuis. Met haar ouders en oudere zus woont ze in de gezellige dorpskern van Overschie. Met een kop koffie nestelen we ons in de tuin, uiteraard op gepaste afstand. Sara’s vriend Tom, die dit jaar ook eindexamen op Wolfert Tweetalig deed, voegt zich bij ons.
“Ja, onwerkelijk”, steekt ze van wal als we haar vragen hoe dat bericht van school destijds bij haar binnenkwam. “Ik was aan het leren voor het examen Natuurkunde toen die persconferentie kwam waarin Rutte vertelde dat de scholen dichtgingen. Even later kregen we een mail van school: zij wisten het ook niet allemaal, maar voor nu bleef iedereen thuis. Er brak een periode aan van afwachten, en toen hoorden we dat de eindexamens niet doorgingen.”
Of een leerling al dan niet geslaagd is, hing nu af van de cijfers. Omdat er dit jaar geen centraal examen en herkansingen kunnen plaatsvinden, komen er resultaatverbeteringstoetsen. Deze toetsen worden door de scholen gemaakt en tellen voor vijftig procent mee voor het eindcijfer, tenzij het resultaat lager is dan het schoolexamen. In dat geval is het eindcijfer gelijk aan het eerder behaalde schoolexamen.
Gelukkig stond Sara er goed voor. Ze moest nog drie toetsen van de schoolexamens afmaken. “Die deden we via Google Meet. Daarna kon je je gemiddelden zelf uitrekenen. Ja, toen was ik dus geslaagd.”
Hoe voelde je je?
“Heel gek. Ik had helemaal geen euforisch gevoel. Twee jaar geleden deed mijn zus examen; die was de hele dag bloednerveus op dat ene telefoontje aan het wachten. En dan hoor je het, dan ben je zó blij, dan ga je het met z’n allen vieren… Ik had heel erg naar dat moment uitgekeken. Ik heb ook helemaal niet het idee dat ik examens heb gedaan. Die stress, zweten in een gymzaal, strijden voor de laatste toetsen, dat belletje dus, het níet weten… Dat hebben wij allemaal niet meegemaakt. Zes jaar lang leef je hiernaartoe, nu is het eigenlijk niet goed te vieren.”
Geen grote blijdschap dus. Was je wel opgelucht? Je diploma is immers binnen.
“Ja, dat wel! Sommige studenten stonden er minder goed voor en wilden alles ophalen met de centrale examens; die hebben het moeilijk gekregen. Onze school heeft het wel goed gedaan, er zijn veel kansen geboden om gemiddelde op te halen.”
Even terug naar de tijd vóór Corona: Waarom koos je voor Wolfert Tweetalig?
“Ik heb altijd al een passie voor Engels gehad. Ik keek ook graag naar die typische Engelse detectives, of naar The Mentalist, ken je dat? Dat ik tweetalig onderwijs wilde, wist ik al snel. We zijn toen open dagen gaan bezoeken en Wolfert voelde meteen goed. Het is een fijn gebouw, een goede sfeer. Ik ben wel een gevoelsmens, geloof ik.
Ik was destijds wel even bang dat mijn Engels niet goed genoeg was, maar dat ging gelukkig prima.”
Wat maakte de sfeer op Wolfert zo goed?
“De tolerantie, denk ik. De diversiteit. Leerlingen komen overal vandaan en dat geeft een heel ‘internationaal’ gevoel. Of je nu veel of weinig geld hebt, wie je ook bent, wat je achtergrond of seksualiteit ook is; iedereen ging goed met elkaar om. Daarnaast is Wolfert ook gehuisvest naast een internationale school waar veel mee wordt samengewerkt. Heel tof!
Vooral het vierde jaar was super. Dan zitten de eerste onzekere jaren erop, worden klassen gemengd en komt iedereen wat meer los. Toen begonnen ook de feestjes met elkaar en natuurlijk de schoolreisjes. We zijn bijvoorbeeld naar Dublin gegaan. Voor mijn internationale stage ging ik naar een township in Zuid-Afrika, waar we twee weken lang scholen voor kinderen met special needs hebben opgeknapt. Hier sloeg de vonk tussen Tom en mij over - dat is nu een jaar geleden!”
Ga je het missen?
“Ja, ook omdat de overgang zo abrupt is. Toen we in maart gebeld werden met het bericht dat de school dichtging, zeiden we tegen elkaar: ‘goh stel dat dit onze laatste les was…’ En dat bleek het geval! Ik weet niet eens meer wat onze laatste les was, terwijl je daar normaal toch wel even bij stil zou staan. Het is allemaal zo bizar, ineens zie je je klasgenoten niet meer, we hebben geen gedag kunnen zeggen. Kolderdag gaat niet door. De examenreis is gecanceld, alle feestjes…”
Wat zijn nu de plannen?
“Ik heb altijd al een tussenjaar gewild, en dat wil ik nog steeds. Ik heb de afgelopen jaren keihard moeten werken; tweetalig VWO is niet niks en het is mij zeker niet komen aanwaaien. Ik weet ook nog niet precies wat ik wil, veel sluit net niet goed aan. Iets met geneeskunde, of juist media en journalistiek? Er is zoveel mogelijk.
Ik wilde, samen met Tom, gaan werken en dan reizen. Colombia, misschien Zuidoost-Azië… Maar dat is nu allemaal heel onzeker. Vind maar eens een baantje in horeca. En reizen: kan het, en waarheen? Is vliegen straks nog betaalbaar? We leven nu van dag tot dag. In het begin van de lockdown lagen we veel op bed, keken de hele dag naar series, maar dat waren zulke onproductieve, deprimerende dagen. Nu gaan we toch elke dag naar buiten. En we bakken steeds een andere taart uit het bakschap van de supermarkt.”
Natuurlijk is het ergens ook wel relaxt, geeft Sara toe. Niet meer bikkelen, geen stress van examens, je bent lekker lang vrij. “Alleen kun je niets doen. Het is een rare, enge tijd. Alles gaat over Corona. We praten er samen veel over: hoe gaat de wereld er uitzien, wordt het ooit weer normaal? We proberen positief te blijven.”
Wolfert organiseert nog wel een aangepaste diploma uitreiking op school. Sara: “Gelukkig maar. Ik ben blij om het op die manier te kunnen afsluiten, om mensen nog een keer te zien. Ik wil ook horen wat docenten over mij zeggen. En op 4 juni krijgen we het officiële belletje. Misschien dat het dan toch nog ‘echt’ voelt. In ieder geval gaat de vlag uit!”