Kunst kijken, fotograferen, wandelen door wijken, scholenbezoek. De leerkrachten van OBS Jacob Maris in Hillegersberg hebben drie dagen cultuur gezien, geroken, gevoeld en geproefd in Rome en in Rotterdam. Het leverde bijzonder mooie inzichten op en droeg in belangrijke mate bij aan de teamontwikkeling. ‘We kunnen hier nog jaren op teren’, aldus leerkracht en cultuurcoördinator Marieke van der Veen.
Openbare Montessorischool Jacob Maris zit met 240 leerlingen in een mooi jaren dertig gebouw in een rustige groene wijk van Hillegersberg. De naam van de school verwijst naar de Haagse landschapsschilder Jacob Maris. Niet zo gek dus dat er op de school veel aan kunst en cultuur wordt gedaan. Directeur Nabila Bommeljé legt uit: ‘Ons schoolprofiel is cultuureducatie, dat betekent dat wij de leerlingen doorspekken met cultuur. Het leerplan dat we twee jaar geleden hebben ontwikkeld, is daar de concrete uitwerking van. De school heeft als motto “zie jezelf en zie elkaar”. We begeleiden de leerlingen bij het ontwikkelen van een eigen identiteit en het leren samenleven met elkaar. Cultuur is daarbij een breed begrip. Het gaat ook om het verruimen van je blik ten opzichte van anderen. Ik heb hiervoor op een school in Rotterdam-Zuid gewerkt met een hele andere populatie dan hier in Hillegersberg. Het is zo goed voor kinderen om andere werelden te leren kennen. Je moet het in de samenleving toch met elkaar doen.’
Tijdens de ontwikkeling van het leerplan ontstond het idee om samen met het team ‘iets’ met cultuur te gaan doen in combinatie met het gedachtegoed van Montessori en teamontwikkeling. Nabila: ‘Toen kwam voor het eerst het idee naar boven om naar Rome te gaan, een stad waar kunst en cultuur in overdaad aanwezig is en die bovendien de stad van Maria Montessori was. Een mooie kans ook om dit te combineren met teamontwikkeling. De vraag was alleen hoe we dat aan zouden pakken en of iedereen mee kon en wilde. We moesten de kosten zelf betalen en je moet natuurlijk wel drie dagen van huis weg kunnen. Maar een op heel natuurlijke wijze ontstonden twee groepen. Acht collega’s wilden graag mee naar Rome en vijf bleven om verschillende redenen liever hier.’ Besloten werd om de drie dagen voor Hemelvaart van dit jaar, als de school toch dicht was, te blokken voor de studiereis en de thuisblijvers de eigen stad te laten verkennen. Beide groepen dompelden zich onder in de cultuur van de twee steden, bezochten montessorischolen en voerden teamopdrachten uit. Het werd beslist geen ontspannen uitje. De twee groepen gingen met onderzoeksvragen, opdrachten en een strikt programma goed voorbereid op pad. In Rome werd de groep begeleid op teamontwikkeling door een trainer. Dezelfde coachende opdrachten werden ook in Rotterdam uitgevoerd.
Zitten op de kade
Simone Broekhof, montessoricoördinator en leerkracht van groep 5/6, maakte deel uit van de groep die in Rotterdam bleef. ‘Het was heel waardevol om de cultuur in je eigen stad te ontdekken. Het dwingt je opnieuw te kijken en te ervaren. Als je kinderen leert samenleven, dan is het belangrijk dat je je eigen omgeving kent. En er is zoveel moois in Rotterdam te ontdekken. Wat dat betreft had ik echt een blinde vlek die ik nodig weg moest werken.’ Ze maakte met haar collega’s wandelingen door verschillende wijken, waaronder het oude Delfshaven, bezochten museum Boymans van Beuningen, de Markthal, het nieuwe station en de Euromast en verdiepten zich in 75 jaar wederopbouw. Simone: ‘De opdracht was om zoveel mogelijk waar te nemen zoals kinderen dat doen. Die nemen met al hun zintuigen de wereld om hen heen in zich op. Een van de opdrachten was om aan de kade te gaan zitten en alleen maar te ervaren wat er om ons heen gebeurde. Het was zo’n bijzondere ervaring. Wanneer heb je nou de rust om zoiets te doen?’ De ‘thuisblijvers’ bezochten ook enkele scholen, waaronder een in het Noord-Hollandse Hoorn. ‘Dat was een montessorischool die een vergelijkbare ontwikkeling doormaakt als de onze. Het is zo goed om eens bij collega’s te kijken hoe het daar gaat. Je kunt zoveel van elkaar leren.’
Romeinse montessorischolen
Leerkracht Marieke van der Veen ging mee naar Rome. Haar groep bezocht Vaticaanstad met de Sint Pieterbasiliek, het Colosseum, het Forum Romanum, de Trevi-fontein en het Pantheon en de wijken Campo dei Fiori en het oude Joodse getto. Net als bij haar collega’s in Rotterdam ging het om waarnemen met al je zintuigen. Marieke: ‘Het was bijzonder om Rome op die manier te ervaren. Als leerkracht heb je vaak de neiging bij veel dingen na te denken wat je ermee kan in de les. Dat moesten we helemaal loslaten en dat was soms best lastig.’ De groep sloot elke dag af met een reflectiemoment om stil te staan bij de dag. ‘Dat werkte goed, want het is wel intensief om 24 uur per dag met collega’s samen te zijn. Maar je wordt gedwongen om dingen uit te spreken als er irritaties zijn, je kunt er niet onder uit.’ Ze bezochten in Rome twee montessorischolen, een particuliere en een publieke. ‘Het is heel interessant om te zien wat cultuur met het onderwijs doet. We zijn allemaal montessorischolen, maar hier in Italië gaat het heel anders dan bij ons. Het is hiërarchischer, er is veel meer discipline en ze zijn echt strak in de leer. De leerlingen waren muisstil, zo’n verschil met onze kinderen! Opvallend was ook hoe weinig geld er is voor onderwijs, zelfs op de particuliere school. De materialen waarmee ze werken, zijn oud en versleten en we ontdekten dat ze voor elementaire schoolzaken de ouders moesten vragen om bij te springen. Dat hadden we niet verwacht in het land van Maria Montessori.’
Teamontwikkeling
Directeur Nabila Bommeljé maakte deel uit van de Rome-groep. Ook zij vond het bezoek aan de Romeinse scholen bijzonder. ‘Wij zijn hier in Nederland al lang niet meer zo strak in de montessorileer. We moeten ook opbrengst- en handelingsgericht werken om het optimale uit de kinderen te halen. Wij combineren hier het beste van twee werelden. Wat me op die scholen ook opviel, was dat er nauwelijks kindervreugde te bespeuren viel. Dat is bij ons gelukkig wel anders.’ Naast het culturele aspect heeft ze ook veel gehad aan de teamontwikkeling. ‘Voor mij was dat een heel belangrijk onderdeel. Als je een gezond werkklimaat wilt, moet er veiligheid en openheid zijn. Het werkt heel goed om buiten de hectiek van alledag een paar dagen met elkaar te zijn en elkaar beter te leren kennen. Je ziet collega’s van een andere kant, je komt erachter wat er speelt en leeft bij de groep. Sommige leerkrachten bleken onvermoede talenten te bezitten. Wat ik ook heb geleerd, is dat ik niet meer geforceerd werkvormen organiseer met alleen heterogene groepen, maar ook ruimte laat voor het werken met leerkrachten die dezelfde leer- en communicatiestijl hebben.
Die studiedagen hebben veel opgeleverd. Ik denk dat we daar nog heel lang profijt van hebben.’