‘Is sneller boos.’
‘Slaat op het bord.’
‘Geeft vlugger antwoord.’
‘Heeft meer humor.’
‘Niet waar!’
‘Jongens humor dan.’
‘Wat is dat?’
‘Droge humor.’
Aan het woord zijn leerlingen van Openbare Basisschool De Schalm. Hun meester Mark van Zoest: ‘Wanneer je de verschillen tussen meesters en juffen benoemt, is het verleidelijk om in algemeenheden te praten. Meesters zouden meer grapjes maken, juffen zouden zorgzamer zijn. Maar natuurlijk zijn er ook vrouwen met droge humor of die snel antwoord geven. Toch is het fijn om beide voor de klas te hebben staan. Nu is het zo dat sommige leerlingen in hun gehele basisschoolperiode geen één man als leraar hebben.’ Mark volgt de PABO in deeltijd. Eén dag per week loopt hij stage bij De Schalm. Hiervoor was hij kok. ‘Die twee beroepen verschillen niet zoveel van elkaar. In beide moet je creatief zijn en vooruit kunnen plannen. Net zoals koken is het meesterschap een ambacht. Ik ben continu aan het tekenen en ontwerpen.’
Waar de samenleving voor de ene helft uit vrouwen en voor de andere helft uit mannen bestaat, heerst er in het onderwijs een monocultuur. Mark: ‘Dat is zonde. Interesses zijn over het algemeen anders. Als leraar neem je die mee de klas in, dát zijn de ingrediënten waarmee je een les vormt.’
Onderwijsadviseur Robert-Jan Kooiman startte zijn initiatief ‘Rotterdam Meestert!’ nadat hij zag hoe de Rotterdamse kapperszaak Schorem het kappersvak zijn coolness gaf. ‘Zij laten hun liefde voor het vak zien zoals Herman den Blijker dat voor het koken deed.’ Het evangelie van de meester was geboren. Op Openbare Basisschool De Schalm praten Robert-Jan, Mark, meester André Blik en basisschooldirecteur Pamela Tjon Appian over het in 2015 opgezette initiatief. Drie mannen en één vrouw, een zeldzame verdeling in het onderwijs. Pamela: ‘Ik ben zestien jaar leerkracht geweest. Lange tijd was ik de enige vrouw. Voor mij was dat de normaalste zaak van de wereld. Tot ik naar een school overstapte waar voornamelijk vrouwen werkten. Wat een verschil in dynamiek! De lessen van de mannen waren fysiek en experimenteel. Terwijl er weinig openlijke conflicten waren, was er onderling veel competitie. Vrouwen hebben een overlegcultuur en openlijkere conflicten. Waar mannen kinderen op hun bek laten gaan, willen vrouwen hen behoeden. Ik gun het kinderen dat zij, in de acht jaar dat zij naar de basisschool gaan, minstens twee keer een meester hebben.’
‘Wat ook meespeelt,’ vult André aan, ‘is dat veel kinderen tegenwoordig uit gebroken gezinnen komen. Zij zien hun vader weinig of niet, ervaren agressie en ontwikkelen een negatief beeld van mannen. Als meester ben ik het rolmodel van de geslaagde man. Eén die luistert en helpt.’
‘Met Rotterdam Meestert houden wij elkaar scherp’
Marks klas op de PABO startte met 52 leerlingen. Daar zijn er 22 van over, waarvan twee mannen. Pamela: ‘Daar gaat het al mis. Alles gaat in overleg en moet beschreven worden. Ik vraag mij wel eens af of het de meest geschikte opleiding is. Mannen hebben een directere scoringsdrift. Het verbaast mij niet dat ze met de opleiding stoppen.’ Volgens Mark is het de laatste jaren verbeterd. ‘Als je assertief genoeg bent, kan je eruit halen wat je zelf wilt.’ In één van zijn lessen liet Mark zijn leerlingen per Skype een ontwikkelingsmedewerker in Sudan interviewen. ‘Een vriend van mij had een poster van de Sahara achter hem opgehangen. De kinderen vonden het fantastisch en stelden aan de lopende band vragen in het Engels. Eén kwam na afloop naar mij toe. ‘Meester, hij zat gewoon in Nederland, hè? Ik zag het aan het vlaggetje van Skype.’ Geweldig toch? Dat is het mooie aan dit vak: je kunt het zo creatief en veelzijdig maken als je wilt.’
‘Het ligt ook aan de media,’ vult Robert-Jan aan, ‘daarin worden steeds maar weer die administratiedruk en lage lonen benadrukt. Dat maakt het niet sexy.’
Mark: ‘Wanneer je een intrinsieke motivatie hebt, is het meesterschap het mooiste op aarde. Er is toch niets toffers dan kinderen te helpen in hun ontwikkeling?’
Volgens André gaat Rotterdam Meestert! niet alleen om de evenredige verdeling tussen mannen en vrouwen, maar ook om het uitwisselen van ervaringen. ‘Op een school met voornamelijk vrouwen kan het, als enige man, best eenzaam voelen.’
‘Nou, eenzaam…’
‘Dat klinkt zo sneu.’
André: ‘Best alleen dan. Vrouwen zijn in sommige dingen ook gewoon beter. Voor je het weet, hebben die een clubje gevormd. Samen bespreken zij onderwerpen waar ze tegenaan lopen, terwijl dit voor een man weer heel anders kan zijn. Met Rotterdam Meestert! willen wij ons vak up to date houden.’
Mark: ‘Zie het als een gereedschapskist. Voor elke situatie wil ik een tool hebben. Dat bespreek ik met de vrouwen op mijn school, maar mannen hebben weer andere oplossingen. In Rotterdam Meestert! houden wij elkaar scherp. Bovendien is het ook gewoon gezellig.’
‘Zijn vrouwen welkom?’
‘Altijd. Mits ze een biertje mee drinken.’